Meteen naar de inhoud

Beantwoording vragen subsidie Young Art Festival

Op 14 april jongstleden heeft Vrij! u geïnformeerd over de artikel 41 vragen die de fractie Vrij! heeft gesteld naar aanleiding van het geen doorgang vinden van het festival Young Art en de daarbij verleende subsidie. Kelly Uiterwijk heeft namens Vrij! hier verschillende vragen over gesteld aan het college van B&W, het college heeft hier op 10 mei (jongstleden) op geantwoord.

Op de vraag of het college eerder op de hoogte is gesteld van het risico dat het festival dit jaar niet door kon gaan, antwoordde het college: dat iedere organisator van een festival op grond van artikel 15 van de Algemene subsidieverordening verplicht is direct melding te doen zodra het doel waarvoor de subsidie verleend is, niet of niet geheel bereikt gaat worden. Daarbij stelt het college dat het Young Art Festival aan deze verplichting heeft voldaan en dat er op woensdag 26 april 2023 bestuurlijk overleg is geweest met de organisatie van het Young Art Festival.

Op de vraag of het college bij de subsidieverlening op de hoogte was van het mogelijke risico dat de doelen niet behaald konden worden, antwoordde het college: dat het college weet dat er altijd een risico zou kunnen bestaan dat een evenement niet doorgaat en de doelen niet behaald worden, zij stelt daarnaast dat daarom de meldingsplicht geldt. 

Op de vraag of de wijziging van de locatie van het Young Art Festival van invloed is geweest op de (achterblijvende) kaartverkoop, antwoorde het college: dat het college daar geen mening over heeft. 

Op de vraag of het college op de hoogte is van de financiële positie van de organisator, antwoorde het college: dat het college die nog zal beoordelen. 

Op de vraag of de gemeente het financiële risico loopt dat de subsidie niet teruggevorderd kan worden op de organisator, verwees het college terug naar vraag 4. 

Op de vraag of het college, in algemene zin, het met Vrij! eens is dat subsidies die voor specifieke activiteiten ter beschikking worden gesteld, teruggevorderd moeten worden als de activiteiten niet doorgaan? En zo nee, waarom niet? Antwoordde het college dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht (artikelen 4:48 en 4:57) het college de subsidiebeschikking in kan trekken of kan wijzigen en eventueel onverschuldigd betaalde subsidies, voor zover activiteiten geheel of deels niet hebben plaatsgevonden, kan terugvorderen. Als de organisatie kan aantonen dat er noodzakelijke voorbereidingskosten zijn gemaakt die betrekking hebben op de aanvraag van de subsidie, kan het college besluiten om deze kosten niet terug te vorderen.

Op de vraag of het college het met Vrij! eens is dat, nu de maatschappelijke doelen niet worden behaald, de subsidie voor het Young Art Festival in 2023 moeten worden teruggevorderd? En zo nee, waarom niet? Antwoordde het college dat zij dit nog zal beoordelen.

Op de vraag welke subsidieregels er gevolgd worden bij de beslissing om de subsidie al dan niet terug te vorderen, antwoordde het college dat dit op grond van artikel 4:48 Awb (algemene wet bestuursrecht) is.

De beantwoording van de gestelde artikel 41 heeft bij de fractie Vrij! geleid tot het opstellen een motie waarin we het college verzoeken de reeds verstrekte subsidiegelden terug te vorderen. We dienen deze motie in bij de raadsvergadering van 25 mei.